U bent hier

Op weg naar rustiger vaarwater in 2023

Door: Huntington KennisNet Nederland op 
Like  0

Het Huntington KennisNet Nederland zit in de eindfase van haar transitie naar een doelgroep expertisenetwerk. Met Anne Braakman (directeur HKNN) blikken we terug op 2022 en kijken we vooruit naar 2023: welke stappen zijn er gezet? En wat staat er komend jaar op de planning?


Sinds de zomer van 2021 is het HKNN volop bezig met haar transitie. Het doel was om per 1 januari 2023 erkend te worden als een doelgroep expertise netwerk, met een kenniscentrum, regionale expertisecentra (REC’s) en doelgroep expertisecentra (DEC’s). Een kennisinfrastructuur die ervoor moet gaan zorgen dat de kwaliteit van zorg en behandeling verder verbetert. Sindsdien is er hard gewerkt om te voldoen aan de criteria die zijn opgesteld door het CELZ (de Commissie Expertisecentra langdurige zorg). Welke stappen zijn er gezet in 2022 en hoe kijkt Anne Braakman terug op dit jaar?

2022 was een bewogen jaar voor jullie. Hoe kijk je erop terug?

‘Met volle tevredenheid. Als netwerk hebben we de nodige tegenslagen gekregen, maar we zijn positief gebleven en we bleven kansen zien, ondanks alle voortschrijdende inzichten in het proces van visiteren en op het gebied van wet- en regelgeving.  Het was zwaar voor het netwerk wanneer er voor de zoveelste keer zaken veranderden of onduidelijk bleven. Bij de pakken neer zitten deden we niet. We zetten onze schouders eronder en gingen door. Op die momenten zag je de veerkracht van het netwerk en daardoor hebben we veel bereikt. Zo sprak ik een paar weken geleden Joop van der Leij, bestuurslid bij de Vereniging van Huntington en vanaf het begin betrokken bij ons netwerk. Hij zei toen dat het doel van HKNN , om als dak boven alle zorgaanbieders te fungeren, nu echt werkelijkheid wordt. Dat vond ik een groot compliment.’

Sinds 2020 zijn jullie druk bezig met de transitie naar een doelgroepexpertisenetwerk. Hoe staat deze transitie er nu, begin 2023, voor?

‘Het voornemen was om per 1 januari 2023 erkend te zijn, maar we denken nu dat dit per 1 april gaat lukken. Inhoudelijk waren we echt lekker bezig het afgelopen jaar. Er waren echter twee ontwikkelingen waardoor het anders liep dan we vooraf dachten. Zo bleek bijvoorbeeld dat we zelf een partij moesten contracteren voor onze visitatie. Dat was wel zo’n moment waar je onze veerkracht zag: na even goed gebaald te hebben, belden we gelijk met mogelijke visitatie-instellingen. Daarnaast bleef lange tijd  onzekerheid bestaan rondom de wijzigingen in de wet langdurige zorg (Wlz) en wat dat betekent voor de financiering van de expertise functie van de REC’s en DEC’s. Inmiddels is men bezig met een voorstel voor wetswijzigingstraject waardoor er mogelijkheden komen tot structurele financiering. En starten we begin 2023  een kostenonderzoek, zodat er een tarief is voor de expertise functie voor 2024, waarmee zorgkantoren dit kunnen inkopen. Gelukkig lopen de visitaties inmiddels. Deze zijn op 9 februari afgerond, zodat het CELZ daarna kan beslissen of  de REC’s, DEC’s,  het Doelgroepnetwerk en KennisCentrum aan de criteria van het CELZ- toetsingskader voldoen.

Wat zijn de grootste stappen die jullie het afgelopen jaar hebben gezet?

‘We hebben inhoudelijk ontzettend veel gedaan afgelopen jaar. Daarvan wil ik drie dingen noemen die erg belangrijk zijn voor de verdere ontwikkeling van onze kennisinfrastructuur. Zo is  een competentieprofiel voor de zorgprofessionals Huntington afgerond en ingebed. Vanuit daar zijn leerlijnen opgesteld. Nu kijken we met elkaar hoe we de scholing via het Kenniscentrum en de organisaties zelf verder gaan inrichten.  Een andere belangrijke mijlpaal is de realisatie van onze kennisagenda. Door gebruik te maken van de dialoogmethode hebben we alle belanghebbenden betrokken bij het opstellen hiervan. Daarbij hebben we een implementatieplan geschreven, wat we komend jaar uitrollen om te zorgen dat onze kennisagenda gaat leven binnen het netwerk. Tot slot hebben we een communicatiestrategie opgesteld om kennisdeling- en verspreiding vorm te geven. Samen met de REC’s en de DEC’s kijken we hoe we iedereen het best kunnen bereiken.’

‘Daarbij vind ik het heel belangrijk dat we met elkaar in verbinding blijven. Zowel binnen ons eigen netwerk als met andere doelgroepnetwerken. Op dit moment zijn zowel de doelgroepnetwerken als de verschillende DEC’s en REC’s  gefocust op de eigen visitaties. Het streven van HKNN  is om in de toekomst nog meer dan nu te kijken wat we gemeenschappelijk kunnen ontwikkelen. Dit geldt ook voor de doelgroepnetwerken met elkaar. Zo kunnen we maximaal profiteren van elkaars kennisontwikkeling. Voor organisaties met verschillende doelgroepnetwerken in huis kunnen we dan bijvoorbeeld vergelijkbaar de functie van kenniscentrum inrichten.’

Over die verbinding gesproken. Corona lijkt achter ons te liggen, waardoor er steeds meer fysiek mogelijk is. Wat betekent dat voor het HKNN?

‘Corona heeft ons als netwerk erg veel opgeleverd. We zitten erg verspreid over het land. Doordat online werken door corona een gemeen goed werd, kunnen we veel makkelijker samenwerken. Dat is heel efficiënt qua tijd. Tegelijkertijd zien we in dat we een goede verhouding moeten vinden tussen fysiek en online. Bij een fysieke landelijke netwerkdag hebben we bijvoorbeeld echt de tijd om elkaar te ontmoeten en kennis uit te wisselen. Daarnaast is het fijn dat er nu weer werkbezoeken mogelijk zijn. We kunnen partijen aan de tekentafel, zoals VWS en CELZ, ontvangen om te laten zien wat HKNN bijdraagt aan de ontwikkeling van de zorg. En vooral: de mensen ontmoeten waar het om gaat. Tijdens deze ontmoetingen wordt goed duidelijk waar onze bevlogenheid en betrokkenheid vandaan komt.’

Het is algemeen bekend dat de druk op de zorg erg groot is. Jullie doel is om de kwaliteit van zorg en behandelingen voor Huntingtonpatiënten te verbeteren. Hoe doen jullie dat in een landschap waar de druk zo hoog ligt?

‘De huizen waar mensen met de ziekte van Huntington wonen, staan in de frontlinie. Als daar personeelstekorten ontstaan dan zal dat zeker invloed gaan hebben op de kennisontwikkeling binnen ons netwerk Als netwerk staan we laagdrempelig met elkaar in verbinding.  Wellicht kunnen we daar in de toekomst ook profijt van hebben als personeelstekorten nog meer gaan toenemen dat zorgprofessionals voor meerdere organisaties tegelijkertijd kunnen werken. Ik vind het belangrijk om met elkaar te kijken hoe we ook als kennisnetwerk kunnen inspelen op de uitdagingen waar de verpleeghuissector voor staat.  En daar in de toekomst ook de toetsingscriteria voor een expertise centrum, doelgroepnetwerk en kenniscentrum op aan te passen.

Zie je naast de toenemende druk op de zorg nog andere ontwikkelingen die impact op jullie (gaan) hebben in 2023?

‘Ten eerste is voor ons belangrijk dat de financiering van de expertisecentra gaat volgen en dat het passend is. We hebben een duidelijke koers, we weten waar we aan moeten werken. Financiering is dan heel belangrijk, anders kunnen we eigenlijk niet verder. Een andere uitdaging is dat we, ondanks alle hindernissen op ons pad, de energie, bevlogenheid en betrokkenheid bij het netwerk kunnen behouden voor de toekomst. Ik schat in dat het laatste wel goed zit.’

En welke ontwikkelingen zie je binnen het netwerk?

‘Wat ik een mooie ontwikkeling vind, is dat de REC’s en DEC’s, die als organisaties van elkaar verschillen, zo nauw met elkaar samenwerken en tegelijkertijd hun eigen koers blijven varen. Deze verschillen kwamen bijvoorbeeld naar boven toen we vorig jaar de competenties wilden indelen. Sommige organisaties wilden de CanMEDS-rollen gebruiken, terwijl andere organisaties een alternatieve indeling overwogen omdat deze beter bij hen aansloot. Toen hebben we als netwerk heel nadrukkelijk gezegd: ‘De wat geven we samen vorm, de hoe is aan de organisaties.’ Volgens mij werkt nu iedereen wel met de CanMEDS-rollen. Als netwerk ontwikkelen we samen producten en diensten. Hoe dat in de praktijk in de organisaties wordt geïmplementeerd, is aan hen. En juist dat is een uitdaging voor de komende tijd. Hoe doe je dat, deel je ervaringen binnen het netwerk zodat we met elkaar leren, bijstellen en verder gaan om de kwaliteit van zorg en behandeling verder te verhogen. Dat is een ontzettend interessant proces. We hebben de bouwstenen, nu willen we ook het cement mooi stevig houden.’

Waar hoop je op in 2023?

‘Ik hoop dat we onze plannen in rustig vaarwater kunnen gaan uitvoeren, met duidelijkheid van partijen over financiering. En natuurlijk dat we op 1 april positief beoordeeld zijn en dat we verder kunnen werken aan de opbouw van onze kennisinfrastructuur.’

afbeelding van HuntingtonNet

Huntington KennisNet Nederland